overzicht artikelen

De 5 belangrijkste vragen voor voedingsadvies bij eczeem.

Auteur: MSc. S.M. Jordaans (Samantha), Voedingswetenschapper en diëtist.

De huidbarrière is de eerste en misschien wel de belangrijkste laag van het menselijke immuunsysteem. Het fungeert als de eerste beschermer tegen ziekteverwekkers, allergenen, chemische irriterende stoffen en UV-straling. Bij eczeem is de huidbarrière aangetast, wat leidt tot chronische ontsteking. Dit kan worden gezien als een soort ‘brandalarm’-reactie, die aangeeft dat er indringers aankomen. Langdurige ontstekingen, evenals gifstoffen die door sommige ziekteverwekkers worden vrijgegeven, leiden tot verdere schade aan de huidbarrière. Naarmate deze cyclus voortduurt, wordt de huid extreem droog, schilferig en jeukend, hetzij chronisch, hetzij in een opflakkering/remissiepatroon.

Voeding beïnvloedt de toestand van de huidbarrière bij personen met en zonder eczeem. Dit gebeurt deels via een nauwe verbinding tussen de huidbarrière en de darmbarrière. Tegelijkertijd kunnen tekorten aan omega 3-vetzuren, zink, vitamine D, E, B12, calcium en vezels via verschillende wegen leiden tot aantasting van de huidbarrière. Bovendien kan blootstelling aan voedingstriggers in het geval van een voedselallergie of -intolerantie ook de huidbarrière beschadigen en ontstekingen verergeren. Daarom is het belangrijk om de inname via de voeding met eczeempatiënten te bespreken en te optimaliseren. 

Tijdens de eerste ontmoeting met een eczeempatiënt is het cruciaal om voedingspatronen op te sporen, die kunnen worden gekoppeld aan de ernst van de symptomen of het patroon waarin eczeem zich manifesteert. Zorgverleners zouden moeten overwegen om de volgende vragen te stellen:

1. Volg je een specifiek dieet?

Eczeempatiënten staan erom bekend restrictieve diëten te volgen, vaak gebaseerd op anekdotisch bewijs. Als de patiënt een restrictief dieet volgt (d.w.z. het vermijden van voedingsmiddelen of voedselgroepen, bijv. carnivoordieet, veganistisch dieet, ketogeen dieet, salicylaatarm dieet enz.), is het belangrijk om hen aan te moedigen hun eetgewoonten te bespreken met een diëtist. Voedingstekorten kunnen niet alleen de symptomen van eczeem verergeren, maar kunnen ook leiden tot een achteruitgang van de algehele gezondheidstoestand en kwaliteit van leven bij zowel kinderen als volwassenen. Het elimineren van te veel producten kan ook leiden tot het aangaan van een ongezonde relatie met voeding en het kan een negatieve invloed hebben op de geestelijke gezondheid. Voedselbeperking kan tevens leiden tot vervreemding (bijvoorbeeld door het vermijden van bijeenkomsten met eten), veel stress en angst of zelfs eetstoornissen.

2. Heb je voedselallergieën of -intoleranties?

Voedselallergieën en -intoleranties komen vaak voor bij eczeempatiënten. Er bestaat veel verwarring over de terminologie en classificatie van verschillende reacties op voeding. Al met al lijdt het geen twijfel dat een acute IgE-gemedieerde reactie een allergie kan worden genoemd. De situatie wordt gecompliceerder wanneer IgE-antilichamen verhoogd zijn, maar er geen reactie is na consumptie van een voedingsmiddel waarop de IgE-test wees (dit wordt vaak een fout-positieve test genoemd). Het kan ook gebeuren dat er een reactie optreedt, ook al zijn er geen verhoogde IgE-antistoffen gevonden. Dit is vaak het geval bij huid- of darmreacties op voedselinname, die gewoonlijk vertraagd optreden (symptomen kunnen zelfs tot 2 dagen na inname van een bepaald voedsel optreden). Deze bijwerkingen worden vaak voedselintoleranties genoemd, omdat ze verschillen van een klassieke allergie.

Meer weten over de meest voorkomende voedseltriggers bij eczeem? In onze nieuwe online opleiding ‘Voeding en eczeem’ gaan we daar uitgebreid op in. Klik dan HIER voor onze geaccrediteerde opleidingen.

Naar opleiding

3. Heb je last van maag-darmklachten?

De meerderheid van de eczeempatiënten ervaart gastro-intestinale symptomen. Inflammatoire darmaandoeningen, prikkelbare darmsyndroom en eosinofiele oesofagitis (chronische ontsteking aan de slokdarm) komen significant vaker voor bij eczeempatiënten in vergelijking met mensen die geen eczeem hebben. Het beheersen van de symptomen bij al deze aandoeningen vereist vaak het implementeren van een eliminatiedieet. Als dit dieet niet juist is opgesteld of wordt opgevolgd, kan dit leiden tot voedingstekorten, die de symptomen van eczeem juist kunnen verergeren. Het risico op ondervoeding neemt aanzienlijk toe als patiënten een eliminatiedieet voor de behandeling van eczeemsymptomen combineren met een eliminatiedieet voor de behandeling van gastro-intestinale symptomen. Dit kan leiden tot het volgen van een extreem restrictief dieet, waardoor de gezondheid van de patiënt in gevaar komt.

Bovendien kan de opname van bepaalde voedingsstoffen (zink, ijzer, vitamine B12) verminderd zijn bij gastro-intestinale aandoeningen (vooral bij inflammatoire darmaandoeningen). Dit is een andere risicofactor voor ondervoeding en voor verergering van eczeemsymptomen als gevolg van tekorten aan micronutriënten. Het is belangrijk om patiënten met een hoog risico op ondervoeding als gevolg van gastro-intestinale comorbiditeiten op te sporen. Deze patiënten moeten worden aangemoedigd om een diëtist te raadplegen, die de juiste methoden kan kiezen om de voedingsstatus vast te stellen en, indien nodig, dieetaanpassingen kan doorvoeren. Ondervoeding kan worden vermoed bij patiënten met een zeer laag gewicht en/of die aangeven chronisch vermoeid te zijn, een slechte conditie van haar en nagels, moeite hebben met focussen en het uitvoeren van dagelijkse taken.

4. Slik je supplementen?

Van bepaalde stoffen wordt gesteld dat ze effectief kunnen zijn bij het verminderen van de ernst van eczeemsymptomen. Zo stellen onderzoekers dat het innemen van hoge doseringen omega 3-vetzuren (DHA en EPA) de ernst van de eczeemsymptomen mogelijk kunnen verminderen vanwege hun ontstekingsremmende werking. De doseringen die worden genoemd zijn via de voeding binnen te krijgen als dagelijks vette vis wordt geconsumeerd. Toch is het niet aan te raden om zo vaak vis te eten, omdat deze verontreinigd kan zijn met zware metalen. Bovendien zijn de in de studies genoemde doseringen veel hoger in vergelijking met de meeste beschikbare supplementen. Om die reden kunnen heeft het slikken van één of twee visoliecapsules mogelijk geen zin. Gezondheidsprofessionals zouden eczeempatiënten moeten wijzen op misleidende beloften van supplementenaanbieders. Tevens is belangrijk om de patiënt te behoeden voor supplementen van slechte kwaliteit. Zo zijn omega 3-vetzuren erg vatbaar voor oxidatie als ze niet op de juiste manier worden bewaard of verwerkt.

Veel eczeempatiënten hebben lage niveaus van zink, vitamine B12 en vitamine D. Eczeem patiënten lopen het risico voedingstekorten te ontwikkelen. Dit kan leiden tot verergering van eczeemsymptomen. Mogelijk slikt de eczeem patiënt supplementen. Elk geval is echter anders en een tekort mag niet alleen worden aangenomen op basis van het optreden van eczeemsymptomen. Patiënten die waarschijnlijk een tekort hebben aan deze micronutriënten (vanwege een beperkte inname via de voeding, mogelijk een beperkte absorptie of die symptomen van een voedingstekort melden) dienen doorverwezen te worden naar een diëtist om hun voedingstoestand te evalueren alvorens zij zelf aan de slag gaan met supplementen. Meer is namelijk niet altijd beter. Bovendien is er geen extra voordeel van het aanvullen van deze micronutriënten, als er geen sprake is van een deficiëntie.

Eczeempatiënten kunnen wel baat hebben bij het elimineren van voedingsmiddelen of het innemen van voedingssupplementen, je moet alleen wel goed weten hoe. Bij het KIVH helpen we jouw graag door wetenschap praktisch toepasbaar te maken, zodat jij het beste kunt halen uit jouw behandelingen voor blijvend resultaat. In de opleiding ‘Voeding en eczeem’ leer je hoe je uit te zoeken wat jouw patiënt nodig heeft. Zorg dat je erbij bent! Direct aanmelden kan via deze link.

Benieuwd naar onze andere opleidingen? Ga dan snel naar voor ons aanbod.

5. Hoe is je metabole gezondheid?

Behandeling met corticosteroïden is in verband gebracht met een verhoogd risico op het ontwikkelen van bepaalde metabole aandoeningen, zoals diabetes type 2, hart- en vaatziekten (voornamelijk hypertensie) en obesitas. Dit zijn voornamelijk problemen die verband houden met systematische corticosteroïden. Lokale corticosteroïden kunnen, indien langdurig en in hoge doseringen gebruikt, mogelijk ook het risico op het ontwikkelen van deze aandoeningen vergroten. Daarom is het belangrijk om na te vragen of iemand (al een verhoogd risico op) diabetes, hypertensie of obesitas heeft Op deze manier kan het risico op het ontwikkelen van een ernstige aandoening worden vastgesteld en kunnen veranderingen in de metabole gezondheid worden gevolgd. Toch zijn niet veel patiënten zich bewust van de toestand van hun metabole gezondheid.

Het is goed om te beginnen met te vragen naar het gewicht, de lengte, het fysieke activiteitsniveau, de slaap en het algehele voedingspatroon van de patiënt. Als professional kun je letten op bepaalde rode vlaggen. Deze komen uitgebreid aan bod in de opleiding ‘Voeding en eczeem’. 

Als behandelaar is het, zeker in geval van een slechte metabole gesteldheid, belangrijk om patiënten aan te moedigen om meer te bewegen, voldoende te slapen en een dieet te volgen met weinig sterk bewerkte voedingsmiddelen en toegevoegde suikers.

Wil je alles weten over hoe je voedingsadvies geeft bij eczeem? In onze nieuwe online opleiding ‘Voeding en eczeem’ gaan we daar uitgebreid op in. Klik dan HIER voor onze geaccrediteerde opleidingen.

Naar opleiding